‘Goed voor mijn ontwikkeling

Dinsdagavond brachten we haar naar Schiphol. Drie weken Thailand was het plan. Voor haar studie. Nu mijn jongste vogel is uitgevlogen is het opvallend stil in huis. Mijn telefoon zwijgt in alle talen. Geen ‘Hallo-Doei, ik ben naar de sportschool/feestje/vage kennis.’ Niet meer zoeken naar mijn haarborstel en make-up remover. Geen gescharrel in de nacht, geen stampende muziek, geen knallende deuren en geen gezeur om even de auto te lenen.

Zeventien uur vliegen heeft ze achter de rug. Het plan is om eerst een paar dagen feest te vieren met haar studiegenoten. Ergens in het noorden van Thailand zouden ze elkaar treffen. Ik reken uit dat ze dan nu zo ongeveer op de plaats van bestemming moet zijn. Gespannen wacht ik op bericht.

Dat komt sneller dan ik dacht. Ping!!
‘Mam, je moet even die brief onder mijn wastafel openmaken. Van de ING. Gaat over mijn credit card. Daar zit een sticker op, die moet je lostrekken en dan kan ik mijn code zien.’
‘Hoi kind, hoe gaat het daar?’ … ‘nu nog goed’ (hihihi) ‘Zijn er al bekenden van je opleiding?’ …‘Hmm, soort van..’. Lawaai op de achtergrond, ‘Is dat je moeder?’ (hahaha) ‘Sorry schat, Ik was even bezig.’ ‘Oké, maar heb je die brief nou? Stuur m’n code even a.u.b.’ ‘Is je geld nu al op?’ ‘Ma-ham……’

Vrijdag – zaterdag -zondag. Ze appt wat foto’s door die mij niet direct aan Thailand doen denken. Wel aan een model in de dop. Met gelakte nagels, valse wimpers en een figuurtje om jaloers op te zijn. Mijn dochter in professionele poses bij de fontein, in het hotel en zomaar ergens langs de weg (waarvan ik hoop dat die in Thailand ligt).

Op maandag begint het verplichte programma van school. Iets met ondernemerschap. Waarom dat aan de andere kant van de wereld moet? ‘Dat is goed voor mijn ontwikkeling mam.’ Ik denk aan de vorige reis (die ook zo goed voor haar ontwikkeling was). Toen kwam ze thuis uit Dublin met een telefoon vol blotebillenfoto’s van de jongens uit haar klas. Op een rij voor de pub, met hun kont naar de camera gedraaid.

Maar nu dus naar Thailand. Voor drie weken. ‘Gaan er dan wel begeleiders mee?’ vroeg ik bezorgd. ‘Niet zo zeuren mam, dat weet ik toch niet!’ Welke studiegenoten er meevlogen wist ze ook niet te vertellen. (‘Die ken ik toch allemaal niet!’) Alleen dat ze tussendoor ook nog een week naar Laos gingen. Ik raakte de draad een beetje kwijt.

‘Ik denk dat ik ook nog twee weken ga rondreizen’ deelde ze een week voor vertrek mee. Mijn rikketik plofte bijna uit elkaar. Net alles geregeld en nu dit weer. ‘Hoe doe je dat dan met je retourticket? Kun je dat nog annuleren?’ ‘Maak je niet zo druk mam, dat komt wel goed.’ ‘En Laos dan?’ ‘Laos? O ja…..’

Intussen zijn we weer een paar slapeloze nachten verder. Mijn telefoon ontploft van de appjes over een geannuleerde maar wel afgeschreven (!) vlucht, nieuwe tickets (twee keer zo duur) en een last-minute taxirit naar een andere luchthaven in een vreemd land. Kortom, alles wat je als moeder niet wil horen. En ook nog last van een dik been dat een beetje rood ziet. Waarschijnlijk van de hitte maar dat is lastig oordelen van een wazige foto om drie uur ‘s nachts.

‘Zet je telefoon gewoon uit’, oppert mijn man. ‘We kunnen hier toch niks doen en dat geld krijgt ze vast wel weer terug.’ Ik weet het, hij heeft gelijk. Maar ik ben nu toch wakker. ‘Been goed inzwachtelen en omhoog leggen’ adviseer ik, terwijl ik aan enge beestjes en derdegraads brandwonden denk. (Potverdorie, het is ook altijd wat!) 

Zo gaan er een paar weken voorbij waarin ze regelmatig korte filmpjes post. Op hike, in de jungle, aan het strand en lurkend uit een kokosnoot. Intussen alweer broedend op nieuwe plannen. Ping! ‘Mam, als ik terug ben wil ik de camper lenen. En ik heb afgesproken met mensen van de sportschool. Heb je mijn abonnement trouwens al betaald? En er is ook nog een festival waar ik naartoe wil.’

Terwijl ik met mijn man een weekje aan de Waal bij Nijmegen kampeer (‘laten we maar een beetje in de buurt blijven voor het geval dat’), vraag ik me af wat ze in Thailand qua ondernemerschap nog zou moeten leren. En of het überhaupt wel een reis van school is. Een officieel schrijven hebben we namelijk nooit gezien. Voor hetzelfde geld is ze gewoon op avontuur.

‘Wat lig je allemaal te doen?‘ vraagt mijn man slaperig als ik me voor de zoveelste keer omdraai op het krappe camperbed. ‘Ik hoop wel dat ze veilig terugkomt’ fluister ik. ’Dat is haar geraden’ antwoordt hij. ‘Dan slaap jij tenminste ook weer eens door.’