Op eigen benen

Het is de droom van iedere ouder: je kind op eigen benen! De succesvolle afronding van een geslaagde opvoeding. Het liefst zo rond een jaar of 18. Dan zijn ze voor de wet volwassen en kun jij je handen er in principe straffeloos vanaf trekken. Maar de praktijk is weerbarstig.

Stel je voor: je hebt twee kids van ruim boven de achttien. Inwonend en allebei nog studerend. Dagelijks zeurend over hoe duur alles is, de absurde eisen van pa en ma (voor 23.00 uur binnen en je handen eens laten wapperen) en vooral de last die ze ervaren van elkaars aanwezigheid.

Maar nu heeft mijn dochter een oplossing gevonden: Ze is hondenoppas in het huis van mijn vriendin die op vakantie is. Tien dagen lang haar eigen stekkie. Zogezegd om in alle rust te studeren. Ze kan haar geluk niet op: zelf te bepalen hoe laat je thuis komt, wat je eet en waar je slaapt! En dus ook zelf boodschappen doen.

Dat laatste is een dingetje nu ze alle speciale hapjes zelf moet afrekenen. ‘Boodschappen zijn echt f**cking duur man!’ Verontwaardigd hangt ze aan de lijn. ‘Kun je even champignons halen? En ik heb Parmezaanse kaas nodig. Wil risotto maken. Neem de rasp ook maar mee, die kan ik hier nergens vinden.’

Omdat ik graag vinger aan de pols wil houden, hebben we afgesproken dat ik af en toe op de koffie kom. Gewapend met het boodschappenlijstje, inclusief de spekjes, de prei en de rijst die ook in de risotto moeten, spring ik op de fiets.

‘Wil je proeven mam?’ Ik prijs haar kookkunsten de hemel in. Kinderen die op zichzelf gaan moet je stimuleren. ‘Morgen eet ik biefstuk’ deelt ze mee. Die had mijn vriendin voor haar achtergelaten in de vriezer. Ze had ook nog om mager gehakt en een kilo kipfilet gevraagd, maar daar trapte mijn vriendin (die haar eigen meiden net de deur uit heeft) niet in.

‘Zou jij ook niet graag op jezelf willen?’ informeer ik voorzichtig bij mijn zoon. ‘Hmm, waarom?’ Argwanend trekt hij zijn wenkbrauwen op. Hij gedijt prima bij de dagelijkse structuur van tafeltje-dek-je, ezeltje-strek-je en wasgoed dat (via een geheim circuit) weer schoon en fris in de kast belandt. Bovendien is zijn zus nu de hele week pleite.

Nee die kids zijn niet gek. Vrijheid is fijn, maar verrekte duur. En het kost dubbel zoveel tijd om alles zelf te doen. Dus ze zouden wel gek zijn. Ze kunnen ook gewoon de randjes opzoeken in hotel mama. Bijvoorbeeld door midden in de nacht thuis te komen (met veel bombarie) maar ‘s middags (als ze net uit bed zijn) voor de zekerheid toch maar even de vaatwasser uit te ruimen.

Zo leven we al een tijdje in een wankel evenwicht. Enerzijds de drang om uit te vliegen en anderzijds een torenhoge studieschuld die boven hun hoofd hangt. Nee, daar kun je geen huur of huishouding bij hebben. Dus blijft de jeugd noodgedwongen rondhangen. Niemand weet precies hoe lang en dat zorgt voor onrust.

Toch blijven de moeders hun jonkies beschermen en zorgen dat ze niks tekortkomen. Dus sprinten we (terwijl we eigenlijk helemaal geen tijd hebben) toch naar de winkel voor een bak champignons of wat er maar ontbreekt aan het kindergeluk en verontschuldigen we ons bij de vaders.

Die zijn er zachtjesaan wel klaar mee. ‘Kan dat spul niet gewoon weg? Ik kan  (#%#!!!) niet eens op mijn eigen wc terecht, laat staan op de badkamer. En waarom blokkeert er ALTIJD iemand de koelkast?’ Tja…

Er komt een dag dat ze inderdaad alles zelf moeten doen. Wat dat betreft heeft mijn dochter nu een uitstekende oefening. Ping! ‘Mam, ik heb geen concentratie. Zo kan ik toch niet leren? Ben echt doodmoe!

Kind, vertel mij wat.