Loslaten

“Als zij nog soep wil, dan zorgt ze maar dat ze hier gewoon om zes uur is. Dat is nou opvoeden mama,” stellig kijkt mijn oudste me aan. We zitten samen aan tafel. Zijn vader is werken en zijn zus zit in de sportschool. Want ‘s avonds te druk en nog 83 andere afspraken, dus ze eet daarna wel iets, lees ik op mijn app.

“Je moet eens wat strenger optreden”, vindt mijn zoon (die normaalgesproken met oortjes in aan tafel YouTube filmpjes zit te kijken). Nu we met z’n tweeën zijn, heb ik de volle aandacht. Of beter gezegd mijn opvoedingsmethoden. Want ik ben zo’n theemuts die een warme prak bewaart tot mevrouw eindelijk rond een uur of tien uitgefeest en moe gesport de keuken inschiet.

Op zoek naar een lekker hapje. “Kind, er zit nog wat in de pan voor je. En er is ook nog een kopje soep”, zeg ik geeuwend vanaf de bank. Ik hoor hoe ze de stoel voor de koelkast schuift, want in het bovenkastje ligt de chips. Voorzichtig opent ze het deurtje, maar ik hoor het toch. “Bedankt mam, maar ik heb al gegeten.” Blijkbaar kan er nog wel een handje Nibbits bij.

En zo gaat het elke avond. “Je hoeft niks te bewaren hoor mam, ik regel vanavond zelf wel iets.” Dat is haar geraden, vindt mijn zoon. Zes uur is zes uur en dan gaan we aan tafel. “Zij moet zich ook gewoon aan de afspraken houden. Verantwoordelijkheid nemen heet dat. Doe ik ook. En ze mag ook wel eens wat meer meehelpen in huis. Maar ja, als ze er nooit is…” Overtuigd van zijn gelijk, neemt hij nog een flinke hap van de door mij bereide maaltijd. Aan de door mij gedekte tafel. Van het door mij afgewassen bord. Hij heeft natuurlijk een punt. Ik ben een slapjanus. En een controlefreak. Zelfs nu ze allebei volwassen zijn, zie ik erop toe dat er elke dag voldoende vitamientjes in gaan.

Je moet ze nu echt loslaten”, adviseert mijn man, die zelf ook liever chips dan een extra schep groenten neemt. “Met al dat gepamper gaan ze helemaal nooit meer uit huis!” Hij ziet het doemscenario al voor zich. Dat we tot in de eeuwigheid ‘s nachts liggen te luisteren tot iedereen weer in zijn eigen bed ligt. Hoe vaak ben ik niet midden in de nacht naar beneden geslopen om jassen en schoenen te tellen? Waar ik dan vervolgens onderaan de trap haast m’n nek over breek. Hèhè, het spul is weer thuis. Dikwijls ligt er dan ook eentje uitgeteld op de bank te ronken. Beker warme melk en weer terug naar boven. Moeders kan gaan slapen.

Ik weet dat ik niet de enige ben. Maar misschien wel de ergste… als ik mijn kids moet geloven. “Mama bemoeit zich echt overal mee! En dan klaagt ze ook nog dat ze niet kan slapen, tsss!” Toch vinden ze het maar wat fijn als hun wasje gedaan is, hun wastafel gepoetst en hun lievelingshapjes elke week door de kaboutertjes op hun bord getoverd worden.

Opvoeden is loslaten. Ik weet het. Maar loslaten is eeuwig wachten tot er eindelijk iemand actie onderneemt, chaos in de badkamer, altijd vieze pannetjes op het aanrecht en nooit meer een oog dicht doen. “Of je wordt gewoon eens wat consequenter, regels zijn regels.” Met een schuin oog loeren broer en zus naar elkaar. Ze spreken het verder niet uit, maar ik weet precies wat ze bedoelen. Aanpakken die hap!

Ja ja, mijn tijd komt nog wel. Als ze echt zo streng in de leer zijn, krijg ik straks perfect afgerichte kleinkindertjes waar oma geen omkijken naar heeft. Die zelf hun jas aan de kapstok hangen en stipt om zes uur aan tafel zitten. Aan oma’s zelfgemaakte groentesoep. Vol vitamientjes. Wat een heerlijk vooruitzicht! En mochten het ook van die draakjes worden, dan bel ik gewoon hun ouders. “Jullie hadden gelijk. Kom ze maar halen, ik laat het los.”