Knal, boem!

We horen een harde knal, mijn zoon en ik. Het komt vanuit de badkamer. Waarin ik zijn zusje zojuist in zeven haasten zag verdwijnen. Want ze moet op tijd op haar werk zijn, en gisteravond was het een latertje. Zoals gewoonlijk.

‘Mam! Waarom VALT er altijd iets als zij onder de douche staat?’

Geen idee jongen, maar je vader heeft het ook. Die kan ook nooit normaal iets pakken. Ze doen het niet expres. Gewoon een beetje onhandig, niks aan te doen. Maar ze zijn wel lief hoor.

‘Haha, bedoel je soms L-O-M-P?’

Ja, ik het geloof het wel. Lief, maar lomp. Deze erfelijke aandoening teistert onze familie al jaren. Om precies te zijn sinds de eerste verkeringsdag, toen mijn lief zich kwam voorstellen aan mijn ouders. Eerst dronk hij het al het bier van schoonpapa op, plantte toen gezellig zijn voeten op tafel en daarna molesteerde hij de klink van de wc-deur. Een massief stuk staal, finaal afgebroken! Ik schrok. Doet hij dat thuis ook? dacht ik.

De volgende dag wist ik het antwoord.

‘Hij kent zijn eigen kracht niet’, waarschuwde mijn aanstaande schoonzusje. Ze kreeg al snel gelijk. Met een ferme klap zette hij zijn lege flesje op tafel, waar toevallig nog een gebakschoteltje stond. Knal! Precies doormidden.

‘Geeft niks jongen,’ redde schoonmama de situatie, ‘pak maar een nieuwe uit de kast.’

In de tussentijd zijn we ruim dertig jaar en een paar serviezen verder. En we hebben bijgeleerd, mijn man en ik. Zijn bier drinkt hij voortaan uit een blikje en de taart serveer ik op plastic bordjes. Overal is een oplossing voor.

Wel moest ik even lachen toen mijn kinderen de leeftijd kregen om mee te gaan helpen in het huishouden. De eerste dag was het al raak. Met al haar goede bedoelingen ruimde mijn dochter de vaatwasser in. Knal, boem!

We hebben nu slechts nog een enkel bord of kopje waar geen stuk vanaf is. Die bewaren we voor de visite. Met terugwerkende kracht begrijp ik de fascinatie van mijn schoonmoeder voor nieuwe serviezen (ze heeft er minstens vier of vijf).

Maar wat zal het stil zijn in haar huis.