Hoezo crisis?

‘Ook goeiemiddag!’

‘Huh?’ Slaperig dwaalt mijn oudste met oortjes in naar de keuken, op zoek naar iets eetbaars. De ‘uni’ zoals hij dat noemt is al een tijdje gesloten. Dus waarom zou hij zich haasten? ‘O hoi mam, is er nog brood?’De jongste kon het niet geloven: GEEN eindexamens dit jaar! ‘Dan ben ik nu dus gewoon gesláágd!! Hang de vlag maar uit mam.’

‘Maar je hebt toch nog schoolexamens?’ ‘Ja, maar dat stelt toch niks voor? En ze gaan nu heus geen mensen laten zakken hoor.’

Het besef dat ook andere zaken spoedig niet meer doorgaan, moet nog een beetje indalen. Geen gala, geen diploma-uitreiking, geen examenfeestjes, geen vakantie naar Mallorca… Maar op dit moment heerst hier eigenlijk vooral opluchting.

Niet meer om zes uur je nest uit om de trein van half 8 naar Eindhoven te halen.

Nooit meer economie en wiskunde!! Geen sociale verplichtingen aan al die oude knuffeltantes. En ze hoeven ook niet meer mee om boodschappen. Alleen maar online zijn en geen limiet aan je schermtijd! OMG, dat ze dit nog mochten meemaken!!

‘Ik ga naar de paardjes,’ deelt mijn dochter mee. ‘En daarna heb ik afgesproken met L – jahaaa, op anderhalve meter  – , maak je niet zo druk – en dan gaan we skeeleren en ‘s avonds naar K (dat mag toch wel?) en dan gaan we ‘s ochtends cake bakken. Heb jij trouwens nog eieren?’

Mijn zoon houdt zich schuil op zolder. Als zijn raam open staat horen we hem schreeuwen tegen de computer. Soms lijkt het of hij een vliegtuig bestuurt en als taak heeft zoveel mogelijk vijanden neer te schieten. Maar ik weet het niet zeker, want alles gaat in het Engels. Dus toch ergens goed voor denk ik dan.

Stipt om zes uur meldt hij zich in de huiskamer: ‘Of het eten al klaar is?’ Want hij heeft afgesproken met vrienden. ‘O, waar ga je heen dan?’ ‘Doe niet zo gek mam. We gaan gewoon online. Je hebt Rutte toch gehoord? Blijf zoveel mogelijk thuis. Nou dat doe ik. Wat eten we?’

Mijn man ziet ook de voordelen van deze crisis. Sinds hij minder uren hoeft te werken, blijft er meer tijd over voor hobby’s. En de bouwmarkten zijn gewoon open. Dus genoeg ingrediënten om een nieuwe schuur te bouwen. Al zijn gereedschap komt eraan te pas! Hij bloeit er helemaal van op.

Terwijl ik hieraan denk, vliegt de slaapkamerdeur open. Verbaasd kijkt mijn man me aan. ‘Wat lig jij hier nou te doen?’ ‘Ik tik een column’ antwoord ik, ‘bijna deadline.’
‘Je kunt ook even komen helpen buiten. Plankjes zagen.’ Sinds ik had geopperd dat het me leuk leek om meer dingen samen te doen, mag ik de schrootjes op lengte maken. ‘Want zagen, dat kunnen vrouwen als de beste’ volgens hem. En ik (niet-vitaal beroep) had toch niks beters te doen.

Zo komt het dat ik op het laatste nippertje iets moet verzinnen voor de krant.

‘Nou, laat mij maar weer aan die zaagmachine, want dit wordt niks zo. Helemaal scheef. Ga jij maar stukjes tikken, en niet zo overdrijven hè?’ ‘Inderdaad’, beaamt mijn zoon. ‘Klopt niks van jouw verhalen. Ik kom helemaal niet altijd om zes uur naar beneden, want soms is het half zes. En ik doe heus wel eens iets anders. Je doet net of wij van de crisis profiteren.’

Trrrriiiing (inkomend WhatsApp-gesprek): ‘Mam, kun jij even bananen halen? Ik zit nog bij de paarden en ik wil straks bananenpannenkoeken bakken. En volkorenmeel, da’s ook bijna op.’ ‘Maar ik wilde zo gaan wandelen met een vriendin’ werp ik tegen. ‘Nou, dan kun je toch mooi even langs de winkel lopen?’

Nee, die crisis gaat nog hier wel even duren, ben ik bang.