
Babbelaars | editie 5 2019
Alsof hij de afgelopen weken niets anders gedaan heeft, komt hij de trap af en eet staand aan de aanrecht een paar crackers
Alsof hij de afgelopen weken niets anders gedaan heeft, komt hij de trap af en eet staand aan de aanrecht een paar crackers
Ondanks mijn regelmatige strelen, waait een haarlok in haar gezicht. Die valt over haar rechteroog en bedekt dat zelfs. Ze merkt er niets van want ze is in diepe rust. Ik kijk naar haar gezicht en hoor de zee ruisen op de achtergrond.
Treden van egaal beton. Hier en daar een plukje onkruid. De zon schijnt overvloedig dus alles is droog.
De tijd van stilstaan is voorbij. Het weer beweegt weer en daar houd ik van. Ik heb het over de seizoenen. Overgangsmaanden. De serene stilte van de winter.
Ik hoor niet elke dag de kerkklok slaan van half vier. ‘s Nachts. Gelukkig.
We zitten al ruim in de tweede helft van het jaar besef ik met een schok. De klok is er een uur op achteruit gegaan maar het weer gek genoeg niet.
Recente reacties