En op 1 april lag er sneeuw. Foto: Miek Korsmit

Door: Marco van der Sijpt

Het verschil in temperatuur kan makkelijk 25 graden zijn. Zojuist onder mijn dekbed vergeleken met de temperatuur buiten. Het vriest 2 graden en toch loop ik op mijn blote voeten naar buiten en ga op onze tuinbank zitten, Wim Hof in Tilburg. Het moet er vreemd uit hebben gezien. Een donkerblauw geblokte pyjamabroek en een hoodie van de Efteling. Het ziet er vast niet uit maar het kan me niets schelen want het is zondagochtend. De dag waarop bij ons alles kan maar niets hoeft. Lekker geen plannen en als we die wel hebben dan zijn het leuke dingen.

Het is letterlijk een zon-dag want ondanks de kou wordt het, ook vandaag, weer een stralende dag. Kunt u zich die periode van regen nog herinneren in februari? Met die stormen en die enorme hoeveelheden regen? Ik ben blij dat dat achter ons ligt, het voelt een beetje alsof de wolken nu leeg geregend zijn. Alsof de natuur met een schone lei wil beginnen en ons een nieuwe start gunt ondanks alle onrust op ons planeetje.

Het is begin maart en ik moet er aan denken om straks de wasrekken buiten te zetten. Dat leest u inderdaad goed. De wasrekken buiten zetten. Op die prachtige zonnige dagen is het ’s middags een graad of twaalf en ook gisteren kreeg ik daarmee de was droog. Je voelt dat de zon nog haar best moet doen maar ze kreeg het wel voor elkaar. Eens kijken of dat vandaag weer lukt.

Maar weer terug naar het nu want daar ging het me om. Kom even naast me zitten en ja, als je koud hebt mag je ook je jas aanhouden of zelfs je handschoenen maar ik adviseer je om ook op blote voeten te gaan. Doe dat maar eens. Voel de koude grond en voel hoe je lichaam daarop reageert. Hoe kouder nu hoe behaaglijker straks. De beloning wacht al op je maar je moet er nog even doorheen.

Ik ben ervan overtuigd dat lijfelijk voelen bijdraagt aan het voelen in bredere zin. In onze westerse wereld zijn we constant omgeven door fysieke maatregelen die ons leven zo comfortabel mogelijk moeten maken. Een computergestuurde airco in de auto als het warm is en een thermostaat via een app in de woonkamer voor als het koud is. Als je wilt, is het al behaaglijk warm als je ’s ochtends in je geblokte pyjamabroek naar het koffieapparaat sukkelt. Die jou uiteraard al aan zag komen en de koffie heeft klaargezet precies zoals jij dat lekker vindt. Je kunt het zo gek niet noemen of het bestaat maar ik zie daar een gevaar in. We hebben het nooit meer echt koud of echt warm en we hoeven ook geen flinke afstanden meer te fietsen of lopen. We betalen graag een abonnement om een uurtje per week op wat apparaten te zitten in de sportschool terwijl we Whatsapp controleren. Om de drie minuten.

Dat ik dit waarneem, zegt iets over mij. Dat mijn waarnemingsvermogen nog scherp genoeg is en dat dit tot reflecties leidt en hopelijk niet tot stichtelijk gezeur. Want dat is het laatste wat ik wil. Ik wil jullie een kans bieden, een spiegel voorhouden, doe ermee wat je wilt.

Het is nog doodstil boven als ik terugga naar mijn warme dekbed en naar mijn liefste die haar kant van het bed met al haar levenskracht verwarmt, liggend in de perfecte houding en zich van geen kwaad bewust. Ik hou er van. Ik blaas wat haren uit haar gezicht en kus haar zachtjes op de mond en geef mij ook weer over aan het comfort van mijn dekbed. Wat kan mij het schelen. Het is een zon-dag.