Door: Marco van der Sijpt
Foto: Miek Korsmit

Op de 7e verdieping schijn je een prachtig uitzicht te hebben en dat is inderdaad zo. Het is tien minuten lopen van het centraal station dus dat is goed te doen. We zijn net uit tram 26 gestapt en ik kus liefste gedag. Zij de stad in en ik naar de grootste bibliotheek van Nederland. Hoe gaaf is dat? Samen en toch ieder zijn ding doen. Deze ochtend uitgecheckt bij een prachtig hotel in IJburg. Ontbijtje bij Bagel & Beans en de zon duwt ons richting de stad. Haar stralen zijn zacht en vriendelijk, een westenwind probeert een beetje kou te blazen maar echt indruk maakt hij niet. Ik moet er om lachen. Glimlachen.

We schrijven Amsterdam. We schrijven eind januari en we noteren 12 graden. Ik teken nog een zonnetje in de kantlijn en ik zou er eigenlijk nog een stralend blauwe hemel bij moeten kleuren maar ik heb geen kleurpotloden bij. Ik doe het er maar mee.

We schrijven trouwens de 7e verdieping maar dat had ik al gezegd. Ik ben er nu aangekomen en zit in een heerlijke zetel uit te kijken over het water, laptop op schoot.

Mijn entree voelde even wat minder gastvrij. Met een mondkapje op betrad ik het gebouw. De imposante bibliotheek aan het Oosterdok. Een bieb met 28.000m2 dus daar kan ik wel wat uurtjes doorbrengen. Dacht ik.

Securitas vraagt of ik boeken kom halen of brengen en of ik dan even een mandje wil pakken. Een bord schreeuwt me toe dat er om mijn reserveringsnummer gevraagd zal worden als ik een studieplek wil gebruiken. Ik twijfel even maar loop onverstoorbaar verder. Ik ben niet eens lid van deze bibliotheek. Ik zeg heel stoer “ja” op de eerste vraag van Securitas en passeer de twee surveillanten met een blik alsof ik hier dagelijks kom, rood mandje aan mijn arm.

Rust, boeken, studenten met reserveringsnummer aan studieplekken, laptops en bluetooth-oortjes, water uit kartonnen bekertjes, de waterkoeler in de hoek. Roltrappen, conference-rooms, ‘rooftoprestaurant’, en ik maar denken dat het Nederlands hier de scepter zwaait. Ik rol soepel naar de 7e verdieping. Plof in een zetel en ook voor mij geldt: laptop, username/password aanvragen voor de ‘Free Wifi’. Even een column schrijven.

Deze plek pakken, dit moment pakken, van dit moment genieten nu het kan, nu het mag, nu het mondkapje af mag. Nu het rustig is. Geen surveillant te zien, deze zonovergoten zetel pakken ze mij niet zomaar af. Zondagmiddag.

Net voor aankomst nog even een winkel binnen gestapt. Gewoon omdat het kan en omdat ik iets wil drinken natuurlijk. Flesje water in mijn rugzak verstopt want wellicht is eten en drinken niet toegestaan maar alla, buiten zitten op de trappen in de zon kan altijd nog. Lopend naar het centrum, liefste opzoeken en daar wat drinken kan ook nog. Alles kan, alles mag. Niets moet. Zondagmiddag.

En dan vragen ze me wel eens; wat is nou je boodschap? Wat wil je de lezer vertellen? Wat kan de lezer van jou opsteken? Ik hoop dat die lijn duidelijk is. Ik hoop dat jullie naast mij komen zitten en uitkijken over de waterpartijen hier voor de bieb. Naar de zon die de kabbelende golfjes goud schildert met een fijn penseel. Naar het moment dat je even moet pakken nu het er is en voordat het voorbij is. Geniet ervan, je bent het waard. Ik gun het je van harte.