Veilig thuis

Sinds mijn dochter rijles heeft, doe ik opeens niks meer goed onderweg. En nu de rijscholen gesloten zijn, ziet ze haar kans schoon; hing ze eerst nog ongeïnteresseerd onderuit naast me, tegenwoordig kijkt ze ingespannen mee en waarschuwt alvast wat ik de komende minuut moet doen, dan wel laten.

“Straks daar naar links mam, nu alvast voorsorteren – NEE NIET HIER! – richting aangeven -PAS OP! ZAG JE DIE FIETSER ECHT NIET?! Nou je mag wel iets harder hoor, zo meteen staan alle lichten weer op rood. O-oo, daar heb je het al. Nee, rij nu maar gewoon door. JEZUS MAM, ZET JE BRIL EENS OP!”

Nou heb ik al zo’n jaar of twintig mijn rijbewijs heb en nog nooit een noemenswaardig ongeluk veroorzaakt. Wel een hele bumper vol krassen en deuken, maar dan moeten ze maar niet overal van die idiote paaltjes neerzetten die je niet kunt zien in je binnenspiegel. Ik hoorde laatst een verhaal van een vrouw die de gezinsauto achteruit in een fietsenrek had geparkeerd. Niet gezien natuurlijk, ik kon het me helemaal voorstellen. Wat ze ook probeerde, die auto zat muurvast. Uiteindelijk bood zoonlief uitkomst door het rek dan maar door te slijpen.

En nou ben ik zo benieuwd naar wat daaraan vooraf ging. Zat die zoon ook de hele tijd aanwijzingen te geven? En werd die vrouw dat zo beu dat ze dacht: wacht maar, ik zal jou eens wat laten zien. Waarna ze met een vastberaden zwier aan het stuur de wagen keurig achteruit inparkeerde. In het fietsenrek. Het zou me niet verbazen. Pubers weten immers alles beter en ze rijden beter. Zeker als ze nog op les zitten. De instructeur heeft het immers zelf gezegd: “Kijk goed in je spiegel, houd afstand, en snijd de bochten niet af.” Geen mens die daar later nog aan denkt in de file naar het werk. Of op de parkeerplaats bij het winkelcentrum. Zie ik daar een gaatje? Gas erop! Maar met die haviksogen naast je in de auto moet je dat vooral NIET doen. Beter spiegel je jezelf een nekhernia en bewaar je een engelengeduld, anders ben je voor eeuwig verdoemd achter het stuur. En thuis vertellen ze alles aan papa: ‘Wat mama nu weer heeft gedaan!’ En dan krijg je ook nog eens de bumperinspectie over je heen. Nee dank je!

Laatst had ik weer zo’n ritje. Even met mijn dochter naar de stort. Tegenwoordig moet je dan voorsorteren op een driebaansweg, die leidt naar een verhoogd plateau. Met in het midden een hok dat behoorlijk in de weg staat. Al drie keer had de meneer bovenop de berg een stopteken gemaakt, maar ik dacht: eerst naar boven! Vol gas reed ik de berg op. “MAMA, STOP!!!” Krampachtig hield ik mijn voet op koppeling en rempedaal en voor de zekerheid trok ik ook de handrem stevig aan. “Weet je hoe het moet mam? ….. en dan haal je je voet van de rem en geef je een beetje gas. Snap je?” Zenuwachtig tuurde ik naar boven, naar de aanwijsmeneer: kon ik al…? “IK ZEI TOCH; EEN BEETJE??!! Godallemachtig mam, waar heb jij leren rijden?!” Van schrik nam ik op de rotonde naar de uitgang bijna de verkeerde afslag. Terwijl mijn dochter op de terugweg alle denkbare ingrepen opsomde, duwde ik nog een paar fietsers de berm in en remde te laat voor het rode licht. Maar mijn bumper bleef dit keer gespaard.

Moeders van Nederland: laat je niet van de wijs brengen. Ooit gaan ze zelf de weg op. En dan hoop ik dat er ook zo’n irritant betwetertje naast ze zit. Die hen voortdurend behoedt voor vreemde manoeuvres. Zodat ze zwaar overprikkeld, maar in ieder geval weer veilig thuis komen. En een deukje meer of minder? Ach, een kniesoor (of echtgenoot) die daar op let!