Oud

‘Mam! Ben je doof?’
Ik schrik op uit een hazenslaapje. ‘Ik heb al drie keer gevraagd of je mee gaat naar de stad?’
Oei, drie keer al? Niks van gemerkt.

Het overkomt me de laatste tijd vaker dat ik dingen mis. Een concentratie van nul en een geheugen als een zeef. Maar ook lichamelijk heeft het verval ingezet. Het begon met rammelende tandjes. ‘Tja, het is de leeftijd hè’, zei de tandarts. Waarna hij de boosdoener eruit trok en mij liet happen in een gebitje met zachte smurrie. Daarna kreeg ik opmerkingen op mijn werk. Of het niet eens tijd werd voor een leesbrilletje? ‘Tja, je bent nu eenmaal geen twintig meer’, grapten de collega’s.

Na de doorverwijzing voor het laseren van mijn spataderen was het mij duidelijk: Ik word oud! En nou wil ik wel graag oud wórden, maar in geen geval oud ZIJN! Kent u dat programma met Martine van Os over die oudjes in hun caravan? Aardappeltjes schillen, de caravan poetsen met een nat doekje… Slow-tv, met idyllische beelden van potjes jeu de boules, ochtendgymnastiek met Lydi, gezellig met z’n allen pannenkoeken eten (in de gietende regen) of een puzzel van 10.000 stukjes leggen. Dit alles begeleid door een rustgevend muziekje en de begrijpende stem van Martine. Is dit mijn voorland?

Ik verslik me bijna in een hap lucht. Al draag ik dan af en toe een brilletje en moet het geluid van de tv wat harder, vanbinnen voel ik me nog steeds vijfentwintig! Mijn kinderen denken daar heel anders over. Zij zien mij ’s ochtends zonder hulpmiddelen door het huis scharrelen. Als ik op de tast mijn spullen bij elkaar zoek. En niet aanspreekbaar ben vóór de eerste kop koffie. Dat is mama. Die helaas geen vijfentwintig meer is. Zelfs geen vijfendertig. Nee, deze mam moet je keihard in haar oor toeteren wat je van d’r wilt en hoeveel dat kost. En alles op een briefje of de kalender schrijven, want mam onthoudt niks.

Ik moet eerlijk bekennen dat het af en toe ook best handig is om me een beetje afzijdig te houden. Ik wil graag even rustig wakker worden. Zonder gezeur waarom de hagelslag op is, briefjes van school met het verzoek kind X of Y in verband met de jaarlijkse sportdag vandaag om negen uur af te leveren op nader genoemde locatie. Het opstaan alleen al heeft tegenwoordig heel wat voeten in de aarde. Koffie om de slaapwolken uit mijn hoofd te verdrijven, een frisse douche tegen het nachtzweet, steunkousen aan, lenzen in en tot slot voor het deurtje van de magnetron een gezichtje tekenen. Met een vleug lippenstift, eyeliner en mascara. Zo, daar ben ik weer!

Laatst ving ik tijdens het winkelen een gesprek op. Twee pubermeisjes bespraken in een hoekje bij de paskamers het leed dat ‘moeder’ heet. ‘Echt niet normaal joh, ze vergeet zelfs wanneer ze moet werken. Gisteren lag ze om halfnegen nog in d’r bed. Dwars door de wekker heen geslapen.’ ‘Nou die van jou ziet er tenminste nog normaal uit’, luidde het antwoord. ‘Moet je mijn moeder zien: ze is al helemaal grijs bovenop en ze mag ook weleens naar de sportschool. Zo stijf als die is, tssssss!’  Waarna een hele rits foto’s werd uitgewisseld en uitvoerig voorzien van commentaar.

Het klonk mij bekend in de oren. Het verwijt van die sportschool is hier thuis ook al eens gevallen en of ik niet eens naar de kapper moet? Maar zo lang niemand dit op mijn kalender noteert, zal er weinig van komen vrees ik. Wel heb ik alvast een camper gekocht. Voor als het zover is. Misschien ziet u mij straks ook wel op tv. Maar voorlopig alleen nog in noord….
’MAM! Ga je nou mee naar de stad??!!’