FOMO
Mijn dochter heeft een diepgewortelde angst om ergens iets te missen. Vaak probeer ik haar tot kalmte te manen, maar ik begrijp er natuurlijk helemaal niks van. ‘Waarom loop je zo te stressen?’ vraag ik. ‘Dat feestje kan heus wel even wachten.’ ‘Doe niet zo spastisch mam, ik heb gewoon FOMO.’
Fear Of Missing Out, oftewel FOMO. Veel jongeren lijden eraan. Als ik mijn dochter moet geloven de halve klas zelfs. Je zult het maar hebben. Wie weet wat we allemaal hebben opgelopen tijdens die coronacrisis? Maar liever FOMO dan depressief.
Behalve FOMO heeft ze ook een chronisch gebrek aan geduld. Dat uit zich vooral tijdens de tentamenweek. Of ik even snel een verslag van 2500 woorden wil nakijken c.q. typen, want ‘jij kunt dat zo goed en ik heb nog wel meer te doen.’ Dat soort dingen.
Misschien komt de volgende situatie je bekend voor. Kind zit gebogen over boek. Slaakt diepe zucht. Dan maak jij de fout om te informeren wat er is. ‘Echt niet normaal dit, ik snap die hele som niet!’ ‘Laat eens zien?’ Kind schuift boek gretig door. Na twee seconden: ‘Zeg nou, wat moet ik hier invullen? Nee, niet dat hele verhaal, alleen het antwoord graag!’
Daar heb ik bij mijn zoon geen last van. Die heeft zelf overal een heel verhaal bij en úúúren de tijd. Zolang hij maar niet aan de slag hoeft. Een typisch gevalletje LLDM (Liever Lui Dan Moe). En een stuk beter gebekt dan mama. Ik heb hem zelfs nog even verdacht van SOG (Studie Ontwijkend Gedrag), maar dat bleek ik verkeerd te zien. Zo legde hij mij uit in een drie uur durende discussie over al dan niet naar school gaan, doof zijn, bemoeizucht en opvlammende LAB (Lullen Als Brugman).
Mijn dochter daarentegen hipt van de hak op de tak, stort zich in het ene na het andere avontuur en is zelden moe. Maar die eeuwige twijfel! Heeft ze wel het lekkerste toetje uitgekozen? De leukste schoenen? De beste studie? Wie zal het zeggen? Nou, ikke niet! Ik kijk wel uit. Voor ik het weet sta ik overal te boek als DGB (Die Grote Bemoeial)’ of ZDNIVS (Zij Die Nergens Iets Van Snapt)! Want die praatjes gaan razendsnel.
Ik denk wel eens: Hoe ben ik eigenlijk in deze situatie terecht gekomen? Waar zijn mijn twee koddige peuters gebleven die braaf achter mama aan waggelden en alle verhalen die ik hen voorschotelde voor zoete koek slikten? Het groeit, krijgt een mening en heeft de wijsheid in pacht. En ontwikkelt FOMO, LLDM, LAB of een andere mysterieuze aandoening.
Zelf heb ik PHPD (Pijntje Hier Pijntje Daar). Het is nu in mijn schouders geschoten. Maar daar heeft de jeugd geen boodschap aan. Mama heeft toch al zere schouders, dus dan kan ze net zo goed even de aardappels schillen, de vaatwasser uitruimen en de tafel dekken. Als ik daar wel eens over klaag, roepen ze ‘YOLO mam!’
En ach, ze hebben natuurlijk gelijk de schatjes. Het valt ook niet mee tegenwoordig. En je moet het zeker niet onderschatten, al die moderne ziektes. Voor je het weet gaat het woekeren en zitten we weer in een nieuwe crisis. Zie dan maar eens hulp te krijgen.
FOMO zit niet in ons pakket, fysio wel. Dus laat ik maar de wijste wezen.
Amen.
Hilarisch herkenbaar weer!