Ik heb een loop-maillot aangetrokken en kies daarnaast voor een T-shirt met een regenjasje er overheen. Ik doe twee reflecterende armbanden om en met een zachte druk op het knopje beginnen de rode ledjes te knipperen. Het regent zacht buiten en het is een graad of drie. Ik had er ook voor kunnen kiezen om niet te gaan lopen maar ik kies dus anders. Ik wil mijn winterhardheid verhogen en bikkel mezelf er zo toch doorheen. Als het straks echt winter is dan heb ik ook geen keus en daar gaan we dus. In wintertenue. Voor het eerst sinds een hele tijd. Voor het eerst sinds heel lange tijd. En dat is echt wel weer wennen.

Ik denk dat ze met een cappuccino begint. Onder die luifels zodat je niet meteen in die brandende zon zit. Ze smeert zich in met zonnebrand. Ze wil niet dat er viezigheid op haar zonnebril komt en haar neus slaat ze dus over. In een badpak en op badslippers loopt ze naar het strand. Samen met haar moeder. In dat zonnige oord waar ze met tweeën een week verblijven.

Ik kom van onder de douche en sta water te drinken aan het aanrecht. Ik heb mijn bidon gevuld en drink die braaf leeg. Ik drink minimaal 1 liter water na elke loopsessie. Maakt niet uit hoe lang die sessie was. Ik kijk naar buiten en er rijdt een stadsbus voorbij. Met reclame erop. Voor kerst al. Van een tuincentrum of zo. Een Winter-Wonderland waar ze reclame voor maken. Vast al open sinds september maar de reclame ervoor zit nu op haar hoogtepunt. Bizar denk ik. Zij ligt op het strand en hier plakt men met rode tape van die ruitjes op het raam van de woonkamer. Straks, na het water, een warme chocolademelk?

Ze maken er eigenlijk altijd, einde seizoen of niet, wel een kleine show van. Met zo’n lange metalen stok. Een hoorntje dat toch uit meerdere hoorntjes blijkt te bestaan. Het hoorntje dat op het laatste moment wordt weggetrokken.

 

Ik vraag me af of een “gewone” ijscoman er ook zo’n show van maakt. Ik denk het niet. Sterker nog. Deze ijscoman is uitgenodigd door het resort. En daar zeggen ze natuurlijk geen nee tegen. Het is hier zeker nog warm genoeg om behoorlijk wat ijs te verkopen. In Nederland hebben ze vorst aan de grond.

Ik ga ze halen van het vliegveld. Midden in de nacht. Ze landen om 01.45 uur op Schiphol en natuurlijk heb ik ja gezegd op de vraag of ik ze dan kan komen halen. Er rijden geen treinen tot Tilburg op zo’n tijdstip. Ik hoef toch “pas” om 06.00 uur op dus ik heb ‘s nachts toch tijd zat. Ik drink mijn tweede mok koffie leeg en rond 23.00 uur stap ik in de auto. Ik voel me zo’n beetje als Robert ten Brink. Die gaat toch ook altijd bij nacht en ontij geliefden samen brengen? Dat doe ik nu ook en ik ben er zelfs één van. De ramen zijn zelfs van binnen beslagen en in het display is te lezen “gladheid mogelijk”. Ik zet mijn kraag van mijn fleece-jas omhoog en zet de verwarming op 20 graden. En dat is warm voor mijn doen.

Captain Lodewijk van Huijbeven heet hen welkom in Schiphol. Vertelt over de lokale tijd, windrichting, regen (tuurlijk) en twee graden boven nul. Bagageband zeven. Ze hadden geluk want een koffer woog 19,7 kg en het mocht 20 kg zijn. Souvenirs voor drie kleine bolletjes en een groot bolletje. Ze bibbert zelfs als de schuifdeuren automatisch opengaan en begint te zoeken naar mij.

De schuifdeuren gaan open en ik zie ze zoeken. Zie ze allebei zoeken. Grappig gezicht. Zou ik hier tussen de mensen blijven? Ik besef dat All you need is love ook niets zou worden als Robert niets doet. Ik loop haar met open armen tegemoet en ze drukt haar verbrande neus tegen mijn nek. We kussen elkaar. Robert fluistert in mijn oor dat ie ons fijne kerstdagen wenst. En weg is hij.

Door: Marco de Zeeuw
Foto: Miek Korsmit