Door: Marco van der Sijpt
Het is stil en dat gebeurt niet vaak. Oudste zit in Berlijn. Middelste zit boven te gamen. Jongste speelt ergens buiten. Leen-dochter in Zeeland en mijn liefste bolletje in Amsterdam. Met oma bolletje. En zo is het dus stil. Zelfs beide buren-muren zwijgen op deze zondagavond. Het enige geluid dat ik hoor is het knisperen van een haardvuur op de tv. Het is dus geen echt haardvuur maar zo’n filmpje van een open haard, maar voor de sfeer die ik kan gebruiken als ik wil schrijven werkt het wel. Laten we samen even terug gaan in de tijd. Ik zit er klaar voor. Bij de open haard.
Die zondagmiddag zat ik in de zon. En het wasrek stond in de zon. Ik las en liet de vriendelijke stralen mijn gezicht nog gauw een kleurtje geven. Dat bruine van de vakantie nog een beetje vasthouden. De vakantie die we samen vierden. Het zachtjes wentelen in de warme kleuren en dito zon van de herfst. Ik denk in een flits aan twee dingen; een tram waarin zij zit. In Amsterdam. En aan een bus die bijna in Berlijn moet zijn.
Die zondagochtend bracht ik hem weg. Een rugzak en een koffer en woensdagavond laat is hij weer terug. Ik gun hem de pracht van de stad die ikzelf ook zo mooi vind. Het groen in die mondaine stad waar een paar weken geleden het wereldrecord op de marathon werd verbeterd. De kijkende ouders en het vroege tijdstip ten spijt kust hij me ten afscheid nog gauw op mijn mond. Wat is het toch een lekker jong. Ik zal hem missen. Net zoals ik haar mis.
Nog vroeger die dag was ik om 5.30 uur wakker. In dat veel te lege bed. Ik lig op mijn rug en ga zo breed liggen als ik maar kan. Er is geen hol aan. Ik trek mijn linkervoet terug want haar kant van het bed is koud. Ik draai me op mijn rechterzij en graaf me in wat altijd al mijn plekje was alleen zonder haar warme rug tegen mijn rug.
En de dagen erna communiceren we af en toe via de Whatsapp en dat medium mist een communicatielaag. Meerdere. Emoties in een stem. Timbre en trillingen. Ademhaling snel of langzaam. We kunnen er zoveel uit afleiden en dat ontbreekt nu. Ik bel je wel eens want dat voelt beter. En het is efficiënter dan 20 Whatsapp-berichtjes. Ik hoor je warme stem en mis je. Ik merk dat de afstand tussen ons schrijnt en schuurt en dat voelt niet goed. De grapjes die ik via dat niet-geschikte medium maak voelen zuur. Tenminste dat voel ik zelf als ik ze verzonden heb. Andere keren verwijder ik een bericht maar de tekst *bericht verwijderd* roept natuurlijk vragen bij jou op en dan leg ik het alsnog uit. Zo mislukt.
Het geluid dat jou aankondigt is een sleutel die het slot ingaat. Je komt niet verder dan de deurmat. Met je jas nog aan en je koffer in je hand heb ik je te pakken. Ik druk je stevig tegen me aan en we kussen. Alle communicatielagen komen samen in dat moment. Vloeien ongecontroleerd en gepassioneerd. Verwarren en vervormen maar spreken zo’n duidelijke taal. Luid en duidelijk. En wat voelt dat warm en vertrouwd. Ik kon niet overbrengen in een elektronisch bericht wat ik je nu kan laten voelen. Daar kan geen Whatsappje tegenop.
Recente reacties