De lente van 2017 eind van de dag
Het water gutst tegen de ramen. Met bakken. Geen ruitenwissers. Dat ontbreekt er ook nog aan. Hoeveel millimeter per uur zou er nu vallen? Ik heb er werkelijk geen idee van. Ik zit niet elke dag op een boot.

Ik zit zelf aan het roer en de haven van Drimmelen komt weer in zicht. We dobberen op de Amer en hebben een fantastische dag achter de rug. Mijn rug is rozig warm van de zon die heel de dag vriendelijk heeft geschenen. Tweeëntwintig, misschien drieëntwintig graden. Meer niet. Precies goed. Niet te warm. Niet te koud. Alle bolletjes zijn uit varen geweest en hebben quality-time genoten. Quality met een hoofdletter Q. Deze dag was oh zo belangrijk voor mij. Ik had hem met hand en tand verdedigd, moest dat nodig geweest zijn. Deze tijd is voor ons gezin en voor niemand anders. Met zijn vijfen op een bootje midden op het stille water.

De zomer van 2002
Hier bij de haven moet het ergens zijn. Ze veegt een haar uit haar gezicht en kust me. De zon doet haar haar glanzen en ze heeft meer sproetjes dan in de winter. Ik zou ze allemaal willen kussen, maar ik doe het niet want ik moet even de auto parkeren. Daarna lopen we samen naar binnen. We hebben een bootje gehuurd en gaan varen in de Biesbosch. We zijn natuurlijk al heel de tijd samen, met zijn tweeën maar dit is ook wel eens lekker. Weer eens iets anders. Om en om zitten we aan het roer en leiden zo om beurten ons bootje naar waar we heen willen. We hebben nog geen idee van wat ons te wachten staat. We houden het roer onzeker in de hand en koersen af op, ja, waarop eigenlijk? We zijn bleu, verliefd en onbezonnen.

De lente van 2017 begin van de dag
Ik weet al dat je een beetje gas moet geven als de motor niet goed zou starten maar ik luister toch braaf naar de uitleg. Eerst gas los en dan pas schakelen in de vooruit of achteruit. Ook dat is nog steeds duidelijk. We worden afgeduwd en nog voor we de haven uit zijn liggen ze gedrieën op het dak te genieten van de zon. Haar knie tegen de mijne en nog wat onzeker neem ik het roer. We koersen met vaste hand naar een woelige oversteek; de Amer. We weten dat dit gevolgd gaat worden door de stilte en beschutting van de Biesbosch dus dat is een goed vooruitzicht. We kijken elkaar aan en begrijpen het zonder woorden. Zo voelt geluk. Geluk is een briesje zilte lucht die door je haren waait. Geluk is een bootje die jouw gezin brengt waar we zijn willen. Langzaam aan met steeds vastere hand.

De zomer van 2002
We hebben de plaid samen weer opgevouwen en we ruimen de picknickspullen op. We hebben tijdelijk vertoefd op een “onbewoond eiland” om te picknicken als lunch. We zaten rug aan rug omdat we geen stoeltjes bij hebben en we haken onze armen in elkaar. We proberen zo rechtop te gaan staan maar dat lukt natuurlijk niet. We dollen en we stoeien. We lachen, praten, huilen en kussen. We voelen ons gelukkig maar erkennen ook dat we ons soms onzeker voelen. Niemand kan onze toekomst voorspellen. We varen uiteindelijk verder om nog een keer een eilandje aan te doen.

Met zekere hand stuur ik ons bootje naar de veilige haven en het bootje hobbelt over de golven. Af en toe klotst een golf overboord. Ze zegt dat ik even met mijn hand wat tranen weg moet vegen en ik doe het, maar geef aan dat het gewone waterdruppels zijn. Ze gelooft me niet, komt achter me staan, slaat haar armen rond mijn middel en neemt daarna lachend het roer over. Ik vaar met haar mee. De toekomst tegemoet.

Marco de Zeeuw
Foto: Miek Korsmit