Bij pubers hakt het er ook wel stevig in of niet dan?

Dat vraagt men ons wel eens en dat is iets wat we moeten bewaken. Het ontbreken van sociale contacten in de vormende fase is inderdaad iets dat pubers behoorlijk missen. Onze drie bollen zijn inderdaad niet altijd even vrolijk en zeker niet in deze coronatijd. Daar besteden we af en toe aandacht aan en we zorgen beter voor onszelf.

Soms zijn er dagen bij dat er geen wolkje aan de lucht lijkt. Het is een zonnige dag en de lucht is blauw. Niet stralend blauw maar wel mooi blauw. Tenminste dat dachten we. Er bleek een sluierbewolking overheen te zitten en er kon zich zelfs onweer ontwikkelen. We hoorden wel iets rommelen maar wij dachten dat hij boven op zijn slaapkamer met zijn bureaustoel over de vloer denderde. Zoiets. Niet iets om je druk over te maken.

Hadden we dat maar wel gedaan want de druk bouwde zich verder op en dan blijven ze gelukkig niet boven. Nee, dan komen ze naar beneden. Mammabolletje ligt tegen mij aan onder de fleecedeken en met zijn tweeën liggen we beneden op de bank naar 2voor12 te kijken. Ze hebben de paardensprong gemist en ik zag hem ook niet en dan ineens staat middelste voor het scherm.

Onweer. Of in ieder geval regen. Spanning op zijn gezicht en vervolgens ontspanning als hij zich verslagen op de bank laat vallen. Tegen ons aankruipt. We strelen hem door zijn haar. Luisteren naar zijn verhaal. Kunnen het ons helemaal voorstellen, voelen zijn pijn. Kunnen de feiten niet ontkennen en de toekomst ook niet mooier maken en ook wij hebben geen toverstok.

Stop. Nu vliegt de cameradrone abrupt weg vanuit de woonkamer en we gaan naar een andere slaapkamer. Daar zit nog een puber maar wel een vrolijke. Het is immers weekend en hij staat op het punt om naar beneden te denderen. Naar de snoepkast en de cola. Om netflix op te zetten en tegelijkertijd een spelletje te spelen op zijn telefoon. Om daar lekker in zijn eentje van te genieten want hij denkt dat er niemand beneden is.

De camera kijkt nu tegen een vrolijke achterkant. Wiegende heupen en grote passen op de treden op weg naar beneden. Zijn handen allebei boven het hoofd en hij schudt met denkbeeldige sambaballen en zingt dat nummer van Jan Smit “Boom Boom Bailando, Dans met mij de tango, Boom Boom Bailando, Dans met mij vannacht”

Stop. Nee, niet de camera stoppen maar de jongste. Hij staat als bevroren. In een fractie van een seconde scant hij de kamer. Schrikt van de aanwezigheid van drie personen. Proeft de atmosfeer, maakt een inschatting en het lijkt alsof de film achteruit draait. Hij maakt een draai naar rechts, heft beide handen boven het hoofd en al zingend gaat hij met de sambaballen in een soepele beweging terug naar boven. Een dichtslaande deur bevestigt ons dat we verder kunnen met ons gesprek.

En dat doen we. Veel luchtiger. Ietwat vrolijker. Ook de sluierbewolking trekt weg en al snel zitten we weer met zijn tweeën naar Astrid Joosten te kijken. Ik heb de paardensprong gemist maar het kan me niets schelen. Echt helemaal niets.