Door: Marco van der Sijpt
Foto: Miek Korsmit
Al eerder schreef ik over mijn zintuigen: al veel vaker schreef ik over het voelen van de wind, zien van nieuwe knopjes op de takken en aanvoelen wat een kind wil terwijl het iets anders zegt. Je zou denken dat ik onderhand behoorlijk bekwaam ben in aanvoelen. Ik ben veel met waarneming bezig en gebruik daarvoor natuurlijk mijn zintuigen. Ik dacht dat te beheersen. Nou… niet dus.
December 2019…
Mijn beste vriend heeft me uitgenodigd om in Antwerpen te gaan ‘bos-baden’. Ik moest het ook opzoeken hoor. Dit Japanse gedachtegoed omvat baden in het bos, jezelf overgeven aan de stilte van het bos en waarnemen met al je zintuigen. Er is natuurlijk veel meer dan alleen de ogen en de oren. Wat dacht je van het aanraken van bladeren, ruiken aan zand, contact maken met een boom? Ik weet dat het heel zweverig klinkt en juist dat maakt me dan nieuwsgierig. Dus wij daar naartoe.
Onder leiding van een wandelcoach (Ann Tilman) zouden we ons onderdompelen in de helende mysteries van het bos. Even een moment voor jezelf, een moment van bezinning. En dat was het ook zeker!
Fysieke omstandigheden? Graadje of zes. Motregen. Windkracht 2. Naar mijn maatstaven een prachtige herfstdag. Voelen. Even die regen op je gezicht en de huivering die de wind veroorzaakt. Een t-shirt en een fleece-vest. Dat moet genoeg zijn. Ik had een regenjasje bij voor als het koud wordt.
Ann vroeg of iedereen op zijn gemak was. Of iedereen in dit moment was. Geen honger, niet naar de wc moeten. Niet te warm hebben maar ook niet te koud. “Want”, zo zei ze, “de kou kan afleiden”. En dat was nieuw voor me, compleet nieuw voor me. Ik hoorde haar wel maar snapte het nog niet. Kou is een fysieke gewaarwording die mij vaak vergezelt: als ik bij drie graden boven nul ga hardlopen in t-shirt en korte broek. Als ik in december op blote voeten in de tuin loop. Die steeds bij me is en ik als een gegeven beschouw niet als hinder. En dat was nu anders. Ik had het verkeerd ingeschat. Zelfs het regenjasje dat ik tenslotte aantrok mocht niet baten. Ik had het nog steeds een beetje koud en dat leidt inderdaad af! Natuurlijk was ik ook bezig met andere zintuigen maar mijn fysiek gestel was bezig met bibberen. Met warm worden. Me comfortabel willen voelen. En dat lukte niet. Als je kou kunt voelen dan kun je alles voelen. Niet dus. Dankjewel Ann voor deze bijzondere ontdekking.
Inmiddels 2020 zit ik weer lekker binnen en is het comfortabel. Ik zit onder een fleecedeken op de bank en de kat kroelt in mijn nek. Ze loopt heen en weer over de rugleuning en ook nu voel ik weer. Comfortabel, op mijn gemak. Het is aangenaam warm en zonder bibberende vingers schrijf ik deze column.
Recente reacties