Poepje nieuwsgierig

Van de week zag ik twee al wat oudere dames die zich ophielden voor mijn huis. Ongegeneerd blikten ze naar binnen. Waar kijken ze naar? vroeg ik mij af. Of ik mijn vensterbank nu eindelijk eens op orde had? Verbaasden ze zich over de bonte mix aan kleuren op de muren? Of misschien wilden ze gewoon weten of ik de ramen wel had gezeemd?

Zelf heb ik die neiging niet om bij anderen door het raam te koekeloeren. Stel je voor dat ze ineens de deur open rukken, jou in je kraag vatten en tekst en uitleg eisen? Maar sommige mensen deert dat niet. Die hebben overal een antwoord op. Zo ook mijn goede vriendin X uit het damesclubje. Die verblikt of verbloost nergens van.

Toen wij op een van onze parkavonturen door een boze buurvrouw werden aangesproken op onze luide muzikale voorkeur, bleef X lekker zitten waar ze zat, keek de ongenode bezoekster recht aan en antwoordde: ‘Wij draaien nu even ónze muziek op óns terras (op ons volume). Als u gewoon even uw oren of uw deur dicht doet, is er niks aan de hand. Daarna nam ze een slok rosé en neuriede vrolijk mee in de maat.

Ik zou dat niet durven. Want ik durf namelijk niks. Omdat ik dan veel te lang naar de juiste tekst moet zoeken om boze buurvrouwen doeltreffend af te serveren. Meestal schiet me pas ‘s avonds in bed iets te binnen. Dan weet ik precies wat ik had moeten zeggen. En daar kan ik dan nog een halve nacht over door mijmeren.

X heeft daar totaal geen last van, integendeel! Die gaat zelf op onderzoek uit. Belangstellend gaat ze tegenover je zitten, roert in haar thee en dan begint het: ‘Zeg, heb je die nieuwe vriend van A al gezien? Dat is toch ook wat? Wat vind jij daar nou van?’ Op zich onschuldige vragen, maar ze rust niet voor ze het naadje van de kous weet. Toch is dat nog niks vergeleken bij mijn andere vriendin Y.

Zij presteerde het ooit om tijdens het wat suffige dameskoffieochtendje te vragen ‘of iedereen nog lekker had gesekst vannacht?(!)’ Terwijl de dames zich verslikten in de koffie, werden ze uitvoerig getrakteerd op de nachtelijke avonturen van Y zelf. Met rode oortjes, die niet van de hete thee kwamen, zaten de dames de rest van het uur uit. ‘En hoe vaak doen jullie het nou?’ tetterde Y maar door.

Benieuwd zijn naar andermans doen en laten is een aangeboren eigenschap bij meisjes, die tot volle bloei komt als ze eenmaal moeder zijn. En de kroon span ik ongetwijfeld zelf. Volgens mijn kinderen dan. ‘En hoe was het op school? Is je huiswerk al af? Waar ga je straks naar toe? Met wie? Is het iemand van school? Wat gaan jullie doen? Denk je wel aan onze afspraak?’

Toch heeft die nieuwsgierigheid een functie. Kinderen worden er ongelooflijk assertief door.
‘Zit niet zo te vissen mam! Ik snap dat je bezorgd bent, maar ik ben nu 18 en kan zelf wel beslissen met wie ik waar naar toe ga. Mijn huiswerk is mijn zaak, dus bemoei je er niet mee. Doe liever even de deur open. Er staan hier al de hele tijd twee vrouwen met een collectebus voor de deur. Die staan volgens mij te kijken of er iemand thuis is. Staat de bel weer af of ben je gewoon zo doof? Je mag trouwens de ramen wel eens zemen, geen gezicht zo! Nou doei, ik ben er weg van. En niet te veel piekeren hè vannacht? Welterusten mam xxx’